Leerobject

Een leerobject is een logische ordening van herbruikbare bouwstenen uit het onderwijs.[1] De bouwstenen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit teksten, geluiden of (bewegende) beelden. Een leerobject is een voorwerp dat een hulpmiddel is bij het leren; het is geen vorm of methode.[2]

Geschiedenis

De term leerobject wordt vaak ten onrechte toegeschreven aan M.D. Merrill,[3] die dit begin jaren tachtig zou hebben geïntroduceerd. In onderwijskringen werd de term daarvoor ook al in beperkte mate toegepast.[4] De term leerobject kwam vooral in gebruik toen in de jaren negentig elektronische leeromgevingen werden geïnstalleerd in het onderwijs.[5] Dit leidde snel tot een grote hoeveelheid digitale onderwijsmaterialen.[6] Het opslaan en beheren van deze gegevens werd een uitdaging voor de ICT-wereld. De gegevens moesten worden gerubriceerd en geordend. De sets van elementen uit het onderwijs die ontstonden noemde men in de leertechnologie leerobjecten.[7]

Metadata

De karakteristieken die men als een label toevoegde aan de digitale leerobjecten noemt men metadata. In de wereld van e-learning ontstond zo de term leerobjectmetadata. Het model dat hieraan te grondslag ligt noemt men Learning Object Metadata. Dit model is door IMS[8] ontleend aan een model ontwikkeld aan de Open Universiteit, genaamd EML.[9] Later zijn er veel meer varianten ontwikkeld[10] en daarmee alternatieve definities.

LCMS

Het verzamelen van al die leerobjecten heeft bij onderwijsinstellingen, onderwijsuitgeverijen en andere onderwijsorganisaties geresulteerd in grote databases met digitale onderwijsmaterialen, ook wel repository of leer(object)contentmanagementsysteem (LCMS) genoemd. Door de leerobjectmetadata kunnen deze partijen eenvoudig met hulp van zoekmachines, de verzamelde leerobjecten uitwisselen en hergebruiken.

Bronvermelding

Referenties
  1. Johnson, L. (2003). Elusive vision: Challenges impeding the learning object economy. Macromedia Inc., San Francisco.
  2. Mayer, R. E. (2003). 'The promise of multimedia learning: using the same instructional design methods across different media'. Learning and Instruction, 13, pp. 125-139.
  3. Merrill, M. D. (2008). Reflections on a four decade search for effective, efficient and engaging instruction. Michael Allen's 2008 e-Learning Annual: Wiley Pfieffer, pp. 141-167.
  4. Van Mondfrans and Travers (1965). Paired-Associate Learning Within and Across Sense Modalities and Involving Simultaneous and Sequential Presentations. American Educational Research Journal, 1965, 2, pp. 89-99.
  5. Marcel Mirande (2006). De onstuitbare opkomst van de leermachine: over de precaire verhouding tussen technologie en onderwijs in de periode 1925-2005. Uitgeverij Van Gorcum. ISBN 9023242874, 9789023242871.
  6. Susan Smith Nash (2005). Learning Objects, Learning Object Repositories, and Learning Theory: Preliminary Best Practices for Online Courses. Interdisciplinary Journal of Knowledge and Learning Objects, Volume 1, 2005, Excelsior College, Albany, NY, USA.
  7. Pierre Gorissen, Jocelyn Manderveld, Frank Benneker, Bas Cordewener (2004). Leertechnologie in de Lage Landen. Stichting SURF. ISBN 90-74256-28-7.
  8. Learning Resource Meta-data Specification. IMS Global Learning Consortium. Gearchiveerd op 19 september 2015.
  9. Rob Koper and Jocelyn Manderveld (2004). Educational modelling language: modelling reusable, interoperable, rich and personalised units of learning. British Journal of Educational Technology, Vol 35 No 5 2004, 537–551.
  10. Katrien Verbert, Erik Duval (2004). Towards a Global Component Architecture for Learning Objects: A Comparative Analysis of Learning Object Content Models. Katholieke Universiteit Leuven.